Wist je dat Nederland het enige Europese land is dat vermogen de facto subsidieert in plaats van belast? En wist je dat Nederlanders de vermogensongelijkheid enorm onderschatten? Het is heel bijzonder dat hier nauwelijks politiek debat over is. Is ons zelfbeeld dat wij een “egalitair land” zijn dan zo sterk? In dit artikel zetten de feiten bondig op een rij. Want wat de vermogensongelijkheid in Nederland betreft lopen perceptie, ideaal en werkelijkheid sterk uiteen.
De mist laten opklaren
Er hangt een mist rondom de vermogensongelijkheid in Nederland. Zo bestaat er discussie of pensioenen vermogen of uitgesteld inkomen zijn. Een gezaghebbende bron is de World Inequality Database van Thomas Piketty. Zij baseren hun statistieken op belastinggegevens. Hieruit blijkt dat in Nederland rijkste 10% zo’n 48% van het vermogen bezit, terwijl de armste helft van de Nederlanders zo’n 9% van het vermogen bezit. De onderzoekers merken op dat deze cijfers waarschijnlijk een grove onderschatting zijn. Dat komt doordat de belastinggegevens van de rijkste Nederlanders niet betrouwbaar zijn.
Grootschalige belastingontwijking
Maar, betalen de rijksten in ons land dan wel eerlijk belasting? Nee. De hoofdreden is dat de Nederlandse belastingdienst al jaren ontwijking van winst- en vermogensbelasting toestaat, door belastingdeals te sluiten met grote bedrijven en vermogende particulieren en door toe te staan dat vermogen gestald wordt in landen waarmee geen belastingverdragen zijn gesloten. Daardoor blijft met name het vermogen van de allerrijksten onbelast en buiten beeld.
Dus “gewone” burgers betalen volgens de regels, maar grote bedrijven en vermogende particulieren krijgen belastingdeals? Ja. Anders dan in de meeste andere landen is het al vele jaren staande praktijk in Nederland dat een deal met de belastinginspecteur rechtsgeldig is en niet ongedaan gemaakt kan worden. Uiteraard vallen dergelijke deals voor bedrijven en vermogenden gunstig uit. Niet voor niets staat Nederland internationaal bekend als een belastingparadijs. Dit is dus niet alleen vermogensongelijkheid maar ook rechtsongelijkheid.
De werkelijke vermogensongelijkheid is hoger dan de statistieken vertellen
Er moet bij de bepaling van de werkelijke vermogensongelijkheid dus rekening gehouden worden met forse belastingontwijking. Een realistischere schatting van de vermogensongelijkheid in Nederland resulteert in een vermogensaandeel voor de rijkste 1% van 30% van het totale vermogen. De rijkste 10% bezit zo’n 60% van het Nederlandse vermogen. Daarmee hoort Nederland qua vermogensongelijkheid bij de meest ongelijke landen ter wereld.
Het belastingstelsel zet geen zoden aan de dijk
Corrigeert ons belastingstelsel dit? Integendeel. Uit onderzoek van het CPB blijkt dat ons belastingstelsel niet progressief maar degressief is: het maakt de verdeling nog schever in plaats van minder scheef. En niet zo’n beetje ook. De armste 50% betaalt gemiddeld 55% van zijn inkomen aan allerlei belastingen (inkomstenbelasting, btw, enz.). Voor de middeninkomens is dit 40%, voor de rijkste 10% is dit 36% en voor de rijkste 1% nog minder. En: uit onderzoek van het IPE blijkt dat Nederland het enige Europese land is dat vermogen de facto subsidieert.
Kan het debat over vermogensongelijkheid in Nederland nu eindelijk beginnen? Oplossingsrichtingen voor dit vraagstuk zijn te vinden in ons boek Er is leven na de groei.