Inleiding en vraagstelling
In de afgelopen 35 jaar heeft de Nederlandse overheid opgeteld 265 miljard euro uitgegeven aan milieu- en klimaatbeleid – dat is ruim 33.000 euro per Nederlands huishouden, zo’n 950 euro per huishouden per jaar.[i] Dit enorme bedrag gaven we uit, en ondertussen werden de meeste milieuproblemen erger in plaats van minder erg. Hoe kan dat?
Een belangrijke reden is: groene groei houdt onvoldoende rekening met andere milieucrises dan de klimaatcrisis. Twee andere redenen zijn:
Totale milieu-impact van Nederlandse consumptie
Het bovenstaande plaatje laat zien hoeveel materialen, energie, land, water, broeikasgassen en arbeid uit het mondiale Zuiden (van miljoenen moderne dagloners) we voor Nederlandse consumptie hebben verbruikt. Het plaatje laat zien dat ondanks alle inspanningen om de economie te vergroenen, de hoeveelheid arbeid, energie en materialen blijft stijgen. De hoeveelheid water, land en broeikasgassen is weliswaar iets gedaald, maar onvoldoende. Bovendien wordt een deel van de vooruitgang ongedaan gemaakt als de economie harder gaat groeien. Zoals bijvoorbeeld vanaf 2014 gebeurde. De feiten laten dus duidelijk zien dat er van ontkoppeling van groei en de negatieve sociale en ecologische effecten daarvan geen sprake is.
Negatieve bij-effecten van klimaatbeleid
Het huidige, op groene groei gebaseerde beleid richt zich zoals gezegd vooral op de aanpak van het klimaatprobleen en houdt onvoldoende rekening met andere milieucrises. Maatregelen gericht op vermindering van de co2-uitstoot hebben forse negatieve bijeffecten die een deel van de milieuwinst ongedaan maken. De negatieve bijeffecten ontstaan doordat bedrijven op zoek gaan naar manieren om hetzelfde product te leveren met minder co2-uitstoot. Voor die alternatieve wijze van produceren zijn andere grondstoffen nodig, vaak meer dan bij de oude wijze van produceren.
Neem bijvoorbeeld de auto. Om een auto te produceren die geen co2-uitstoot veroorzaakt, zoals een elektrische auto, zijn veel meer grondstoffen nodig dan voor een conventionele auto. Een elektrische auto heeft ruim zes keer zoveel zeldzame mineralen nodig als een conventionele auto.[ii] Het winnen van deze grondstoffen kost dermate veel energie, dat de productie van de elektrische auto gelijk staat aan de uitstoot van vijf jaar in een auto met verbrandingsmotor rijden.[iii] Het Internationaal Energie-Agentschap (iea) schat dat als gevolg van de energietransitie de vraag naar zeldzame mineralen de komende twintig jaar met 2000 tot 4000 procent zal stijgen (nee, daar staan niet per ongeluk één of twee nulletjes te veel).[iv] Ook kost de winning van zeldzame mineralen zoals lithium heel veel water en neemt de mijnbouw schaarse grond in beslag.
Vermijd de koolstoftunnelvisie
We zijn soms geneigd om bij de bespreking en aanpak van milieuproblemen de focus vrijwel volledig te leggen op het klimaatprobleem en daarmee op de co2-uitstoot. Hoe ongelofelijk urgent dit probleem ook is, het mondiale materiaalverbruik is minstens zo problematisch. Volgens het International Resource Panel van de Verenigde Naties wordt 90 procent van het wereldwijde biodiversiteitsverlies en van de wereldwijde waterschaarste veroorzaakt door materiaalwinning.[v] Het wereldwijde biodiversiteitsverlies is nu al dramatisch te noemen; biologen waarschuwen dat de zesde massale uitstervingsgolf al is begonnen.[vi] Dit is niet alleen bedreigend voor tal van plant- en diersoorten, maar ook voor de mens. Denk aan de essentiële bijdrage die bijen leveren aan de land- en tuinbouw. Water is een eerste levensbehoefte; het behoeft geen uitleg dat toename van de waterschaarste eveneens bedreigend is voor vele diersoorten en mensen.
Tot slot
Zonder aanvullende maatregelen zou de vermindering van de CO2-uitstoot dus gepaard gaan met een forse toename van andere vormen van uitputting van de aarde, zoals uitputting van grondstoffen, water en schaarse grond. Het zou een gigantische mislukking van het milieubeleid zijn als over twintig jaar blijkt dat we weliswaar minder co2 uitstoten maar nog steeds de aarde uitputten, maar dan op andere manieren die minstens zo bedreigend zijn voor het leven op onze planeet! Toch is dit precies de uitkomst waar het huidige beleid toe zal leiden, tenzij we aanvullende maatregelen nemen om verdere uitputting van grondstoffen, water en schaarse grond voorkomen.
Eindnoten
[i] Bron: OECD (2021), Public expenditure on environmental protection, door de auteurs omgerekend naar 2022.
[ii] International Energy Agency (IEA; 2021), ‘The Role of Critical Minerals in Clean Energy Transitions’.
[iii] Zie: https://www.milieucentraal.nl/duurzaam-vervoer/elektrische-auto/alles-over-elektrische-auto
[iv] International Energy Agency (IEA; 2021), ‘The Role of Critical Minerals in Clean Energy Transitions’.
[v] International Resource Panel (2019), ‘Global Resources Outlook 2019: Natural Resources for the Future We Want’. ‘Materiaalwinning’ betekent: de winning van metalen, mineralen, fossiele brandstoffen en biomassa (zoals landbouw en bosbouw).
[vi] Zie: https://www.newscientist.nl/nieuws/biologen-waarschuwen-zesde-massale-uitstervingsgolf-is-begonnen
Voor een uitgebreidere bronvermelding verwijzen we naar ons boek.