Het zou op alle voorpagina’s moeten staan: EU bereikt deal over uitbreiding van emissiehandelssysteem ETS, de hoeksteen van het Europese klimaatbeleid. Er is alle reden om blij te zijn met de deal. Met de uitbreiding van ETS blijft de EU qua klimaatbeleid het meest daadkrachtige continent ter wereld. Maar EU-burgers mogen ook kritisch zijn, want: lost de deal de grote problemen van ETS op?
Vier systemische problemen die de effectiviteit en eerlijkheid van ETS nadelig beïnvloeden
In ons boek Er is leven na de groei onderscheiden we vier grote systemische problemen die de effectiviteit en eerlijkheid van ETS nadelig beïnvloeden. We lopen ze langs en leggen de uitkomsten van de deal langs deze meetlat. Het eerste grote probleem van ETS: het systeem is momenteel zo lek als een mandje. Het systeem dekt slechts 45 procent van de emissies binnen de EU, zoals de grote industrie en de elektriciteitsproductie. Dit probleem wordt met de deal deels opgelost, omdat ook o.a. de scheepvaart, luchtvaart, transport (incl. personenvervoer) en verwarming van woningen in de toekomst grotendeels onder ETS vallen. De grootste bron van vervuiling (goederen, m.n. geïmporteerde goederen) valt echter nog steeds buiten het systeem.
Het tweede grote probleem is dat ETS geen snelle prikkel tot gedragsverandering vormt. De reden is dat er één prijs voor CO2-rechten is voor de hele EU. De EU kan daardoor het aantal CO2-rechten alleen in een zodanig tempo afbouwen dat de transitie voor álle EU-landen haalbaar en betaalbaar blijft: de zwakste schakel in het geheel bepaalt dus het tempo. De deal lost dit probleem helaas niet op.
De sociale consequenties van de uitbreiding van ETS
Het derde grote probleem is de oneerlijke lastenverdeling tussen rijk en arm. De uniforme, gradueel stijgende CO2-prijs zorgt er namelijk voor dat straks in de meeste sectoren de CO2-uitstoot duurder wordt. Alle kosten zullen uiteindelijk doorberekend worden en in de consumentenprijzen terechtkomen. (De bijkomende CO2-grensheffing zal uiteraard meestijgen, waardoor het voor EU-consumenten niet mogelijk zal zijn om de hogere prijzen te ontlopen door producten uit het buitenland te kopen.) Hogere consumentenprijzen komen bij mensen met een gemiddeld of laag inkomen echter veel harder aan dan bij mensen met een hoog inkomen. In de deal probeert men dit op te lossen door de CO2-prijs te maximeren op € 45 per ton tot 2030 en door de opbrengsten van de CO2-quota te gebruiken voor een Sociaal Klimaatfonds die armere EU-burgers moet gaan compenseren. De afgesproken maximumprijs betekent echter een forse beperking van de effectiviteit van het systeem en het is zeer de vraag of de compensatie uit het fonds voor burgers voldoende zal zijn.
Het vierde grote probleem is dat ETS geen oplossing biedt voor negatieve bijeffecten. Maatregelen gericht op vermindering van de CO2-uitstoot hebben namelijk forse negatieve bijeffecten die een deel van de milieuwinst ongedaan maken. Dit geldt met name voor het grondstoffenverbruik. Zo heeft een elektrische auto heeft ruim zes keer zoveel zeldzame mineralen nodig als een conventionele auto. Ook dit probleem wordt helaas niet aangepakt.