Overal gaan de alarmbellen af: is er toekomst voor de Europese industrie? Of zijn de energiekosten te hoog? En zullen de kosten van groene waterstof snel genoeg dalen om de Europese industrie – en het klimaat – te redden?
Waarschijnlijk zal groene industriepolitiek bepalend zijn voor de toekomst van de industrie én het klimaat. Blijft die coördinatie uit, dan maken we een hele kostbare fout.
Eerst het goede nieuws: voor bijna alle toepassingen is schone energie al goedkoper dan fossiele energie: elektriciteitsopwekking, de gebouwde omgeving, mobiliteit, landbouw en lichte industrie; met name door elektrificatie. Voor zware industrie en scheep- en luchtvaart is groene waterstof de energiedrager van de toekomst.

Waterstof is nu nog duur, in 2050 niet meer
Maar het slechte nieuws is: groene waterstof is nu nog duur. Namelijk $4,50 tot $6 per kilo, wat ongeveer gelijk staat aan $0,13 tot $0,18 per kilowattuur. Ter vergelijking: vóór de energiecrisis waren de gasprijzen voor industrieel gebruik in Europa zo’n $0,04 per kWh.
Veel analisten zijn het erover eens dat groene waterstof concurrerend is ten opzichte van fossiele energie bij een prijs van $1,50 per kilo ($0,04 per kWh). Ook zijn veel analisten het erover eens dat de kosten voor groene waterstof in 2050 (ruim) voldoende gedaald zullen zijn.
Maar: dalen de kosten snel genoeg?
Echter, er bestaat grote onzekerheid wat de kosten per kilo medio 2030, 2035 zullen zijn. In het gunstige scenario is groene waterstof dan concurrerend, in het ongunstige scenario nog niet. Een forse tegenvaller was dat in 2023 de kosten plotseling stegen naar $5 tot $7 per kilo. Daardoor ontstond er in veel Europese landen, waar de kosten sowieso al hoger waren, een patstelling tussen producenten, afnemers, financiers en overheden. Tegelijkertijd staan er buiten de EU nog steeds grote waterstofinvesteringen op de rol.
Waar hangt de kostenontwikkeling vooral van af?
De voornaamste factoren die de toekomstige kosten bepalen zijn de kosten voor schone elektriciteit en de kosten voor elektrolysers. Het eerste hangt vooral af van de kostencurves voor zon en wind, die jaar op jaar blijven verbazen. Het tweede hangt vooral af van schaalvoordelen: hoe meer en hoe groter, hoe goedkoper.
Daarom is het waarschijnlijk dat de toekomstige kostenontwikkeling in belangrijke mate afhangt van beleid: als producenten, afnemers, financiers en overheden hun investeringen gecoördineerd opschalen, dan kan de schaal groot genoeg zijn om de kostencurve naar beneden te drukken. Om publieke en private investeringen te coördineren zijn sterke beleidsdoelen en beleidscontinuïteit essentieel.
Het belang van vraagstimulatie
Nederland en Europa hebben beide een waterstofstrategie. Tegelijkertijd zijn er twijfels vanuit de markt of er wel voldoende vraag naar duurzame producten, gemaakt met waterstof, wordt gecreëerd. Afschaffing van fossiele subsidies en stimulering van de vraag naar groene waterstof zijn daarom dringend nodig om de toekomst van de industrie en het klimaat veilig te stellen.
Bronnen
- Rapport International Renewable Energy Agency (IRENA).
- Rapport Hydrogen Council.
- Nederlandse Nationaal Programma Waterstof.
- Europese Waterstofstrategie.
- Oproep en event vraagcreatie duurzame industrieproducten van VNO-NCW, NVDE en Energie-Nederland.
Meer weten?
Luister voor meer informatie deze populaire aflevering van onze podcast Leven na de groei, over de toekomst van de Europese industrie. Te vinden op je favoriete podcastplatform, waaronder: